Hoe derde partijen vrijwilligerswerk inclusiever kunnen maken

Een inclusieve samenleving waarin iedereen kan meedoen heeft een meerwaarde voor iedereen. Het doen van vrijwilligerswerk lijkt bij uitstek een manier om bij te dragen aan sociale inclusie. Maar ook in vrijwilligerswerk vindt uitsluiting plaats.

2rodeo-project-management-software-b2L3f7ednYE-unsplash.jpg

In dit artikel leggen we uit hoe deze uitsluiting in het vrijwilligerswerk tot stand komt én bespreken we drie strategieën waarmee derde partijen (bijv. bedrijven en scholen) inclusie binnen vrijwilligersorganisaties kunnen verhogen: aanmoedigen, faciliteren en (controversieel) verplichten.

Vrijwilligersorganisaties zoeken over het algemeen altijd nieuwe vrijwilligers, dus de kansen om vrijwilligerswerk uit te doen lijken eindeloos (Brudney & Meijs, 2009). Echter blijkt dit in de realiteit niet zo simpel. In sommige gevallen draagt vrijwilligerswerk juist bij aan sociale uitsluiting, aangezien formeel vrijwilligerswerk niet voor iedereen op een gelijke manier bereikbaar is (Meyer & Rameder, 2021). Verschillende onderzoeken tonen aan dat vrijwilligerswerk zelfs kan lijden tot meer ongelijkheid. Juist die individuen die de het meeste baat hebben bij het doen van vrijwilligerswerk worden vaak uitgesloten (bijv. individuen met een bi-culturele achtergrond, beperking of afstand tot de arbeidsmarkt). De uitsluiting komt van twee kanten: zowel vanuit de potentiële vrijwilligers als vanuit de vrijwilligersorganisaties.

Verschillende theorieën verklaren waarom individuen zichzelf (on)bewust uitselecteren voor vrijwilligerswerk. Zo zijn individuen met meer sociaal-cultureel en sociaaleconomisch kapitaal (bv universitair opgeleid, hoger inkomen) eerder geneigd om met vrijwilligerswerk te beginnen (zie Smith, 1994 en Hustinx et al., 2010). Individuen met minder kapitaal zullen juist minder snel vrijwilligerswerk zoeken (Wilson & Musick, 2000). Dit komt omdat zij meer drempels kunnen ervaren, zoals gebrek aan tijd of een slechte gezondheid. Ook kunnen zij bang zijn om afgewezen te worden op basis van hun leeftijd of het gevoel dat ze niet over de juiste kwaliteiten beschikken (Haski- Leventhal et al., 2018; Haski-Leventhal et al., 2019; Warburton & Smith, 2003).  Vrijwilligersorganisaties spelen echter ook een rol. De meeste vrijwilligers zijn ooit begonnen omdat iemand ze gevraagd heeft (Bekkers et al., 2016). De kansen om gevraagd te worden zijn echter niet eerlijk over de samenleving verdeeld (Handy & Cnaan, 2007; Smith, 2994). Waar individuen met meer sociaal-cultureel en sociaaleconomisch kapitaal eerder starten met vrijwilligerswerk, zijn het ook de organisaties die vaker op zoek zijn naar deze groep. Organisaties richten hun pijlen vaker op individuen met “hoog participatie potentieel”, om zo efficiënt mogelijk vrijwilligers te werven. Wat in de ogen van de “gatekeepers” vaak neerkomt op diegenen met dominante status en veel kapitaal. Hierdoor worden individuen uit bepaalde sociale groepen al snel (met opzet) uitgesloten (Bonnesen, 2019).

Maar hoe kan vrijwilligerswerk inclusiever gemaakt worden?

Philine van Overbeeke, Stephanie Koolen-Maas, Lucas Meijs en Jeffrey Brudney onderzochten op welke manier “zendende” organisaties in duaal-vrijwilligersmanagement vrijwilligerswerk inclusiever kunnen maken.

In duaal-vrijwilligers-management is er sprake van een zendende en ontvangende (vrijwilligers)organisatie (Brudney et al,, 2019; Hustinx & Meijs, 2011; Haski-Leventhal et al., 2010; Bos, 2014). De zendende organisatie werft vrijwilligers onder de eigen achterban of onder de algehele populatie. Denk hierbij aan een school of bedrijf waar studenten of medewerkers worden gerekruteerd als vrijwilliger, of een vrijwilligerscentrale waarbij potentiële vrijwilligers zich aanmelden en geplaatst worden bij een vrijwilligersorganisatie. De organisatie waar het vrijwilligerswerk daadwerkelijk wordt uitgevoerd is de ontvangende organisatie. In deze instanties is er sprake van twee gatekeepers: De zendende gatekeeper die vrijwilligers selecteert en plaatst en de ontvangende gatekeeper die de vrijwilligers begeleidt gedurende het vrijwilligerswerk. Deze zendende gatekeepers hebben een bijzonder rol. Zij kunnen nieuwe gezichten introduceren met vrijwilligerswerk. Op basis van interviews met zendende organisaties, onderzochten wij hoe zij inclusie kunnen stimuleren. Wij identificeerden drie strategieën: aanmoedigen, faciliteren en (controversieel) verplichten.

1. Aanmoedigen

Allereerst, draait het om het aanmoedigen van potentiële vrijwilligers in die groepen die vaak uitgesloten worden. Hierbij draait het om het kenbaar maken van het belang van vrijwilligerswerk. Denk aan het geven van workshops, inspiratie sessies en gastlessen over de waarde van vrijwilligerswerk. Gebruik hiervoor een sleutelpersoon -als spokesperson - binnen een bepaalde groep. Ook pleiten respondenten voor het schaduwen van huidige vrijwilligers. Dit vraagt om bepaalde activiteiten waarbij vrijwilligers bekenden mee kunnen nemen zodat zij kennis kunnen maken met vrijwilligerswerk. Ten tweede, geven sommige respondenten aan dat de term vrijwilligerswerk ‘ouderwets’ is en dat we op zoek moeten naar een nieuw woord om zo individuen te trekken die nu uitgesloten worden of zijn. Ook geven respondenten het belang aan van “warme werving” binnen bestaande netwerken. Mond-tot-mond reclame is hierin een belangrijke manier. Organisaties moeten de werving dan wel verplaatsen naar een andere omgeving dan die zij momenteel gewend zijn. Laat vrijwilligers die tot de (uitgesloten) doelgroep behoren hun netwerk aanboren en het verhaal vertellen.

2. Faciliteren

Zendende organisaties hebben de mogelijkheid om zowel de vrijwilliger als de ontvangende (vrijwilligers)organisatie te faciliteren. Individuen die zichzelf uitselecteren als vrijwilliger ervaren bepaalde barrières voor het doen van vrijwilligerswerk. De zendende organisatie kan deze barrières helpen overkomen. Denk aan het aanbieden van workshops of training die individuen die zich onder gekwalificeerd voelen de nodige vaardigheden geven. Het aanbieden van introductie-activiteiten in groepsverband, een intakegesprek, een vrijwilligers-buddy of een proefdag kunnen ook uitkomst bieden. Voor sociaaleconomische barrières kan het bieden van een tegemoetkoming helpen. Denk bijvoorbeeld aan een vrijwilligersvergoeding of tegemoetkoming in de reiskosten. Daarnaast zou vrijwilligerswerk onder reguliere werktijden een uitkomst kunnen zijn voor individuen die tijd barrières ervaren.

Het faciliteren van de ontvangende organisatie heeft alles te maken met het voorbereiden van deze (vrijwilligers)organisaties op nieuwe gezichten. De zendende organisatie kan ten eerste de ontvangende organisaties voldoende informeren over de nieuwe, diverse gezichten.  Daarnaast kunnen voor-ontmoetingen, speciale meet & greets of vrijwilligersactiviteiten in groepsverband georganiseerd worden.  Zo kunnen de organisaties zelf ondervinden dat de “perfecte vrijwilliger” ook buiten hun huidige vrijwilligersdoelgroep gevonden kan worden.

3. (Controversieel) verplichten 

De derde strategie is niet onomstreden: verplicht vrijwilligerswerk. Het verplichten van vrijwilligerswerk zal bijdragen aan een inclusiever vrijwilligersbestand. Als bijvoorbeeld elke school scholieren verplicht deel te nemen aan de maatschappelijke diensttijd zal dit veel uitgesloten groepen helpen. Hetzelfde geldt voor een bedrijf, waarbij verplichting individuen geen ruimte geeft om zichzelf uit te selecteren. Daarnaast faciliteert dit ook inclusie bij de ontvangende (vrijwilligers)organisatie. Toch komt deze strategie wel met een kanttekening. Is verplicht vrijwilligerswerk wel duurzaam en effectief? Respondenten trekken de authenticiteit en kwaliteit van het vrijwilligerswerk in twijfel als vrijwilligerswerk verplicht is. Maar tegelijkertijd deelden respondenten ook prachtige verhalen over hoe verplicht vrijwilligerswerk wél in een positieve en duurzame relatie kan resulteren.

Conclusie

Wederom, een inclusieve samenleving waarin iedereen kan meedoen heeft een meerwaarde voor iedereen. Het gebrek aan inclusie binnen vrijwilligerswerk verdient onze aandacht. Onderzoek laat zien dat bepaalde individuen uitgesloten worden van vrijwilligerswerk op basis van hun eigen percepties maar ook die van de ontvangende organisatie. In deze blog hebben we besproken hoe zendende gatekeepers in duaal-vrijwilligersmanagement inclusie kunnen verhogen. Onze bevindingen wijzen op drie strategieën: aanmoedigen, faciliteren en verplichten.

 

Dit artikel is geschreven door:

Philine S.M. van Overbeeke
Rotterdam School of Management, Erasmus University 

Stephanie A. Koolen-Maas, Ph.D.
Rotterdam School of Management, Erasmus University

Lucas C.P.M. Meijs, Ph.D.
Rotterdam School of Management, Erasmus University

Jeffrey L. Brudney, Ph.D.
University of North Carolina Wilmington 

Het artikel is doorgeplaatst van de site van NOV.

Delen: