Ter ere van onze 10e verjaardag zijn we de online reeks ‘Bestuursinzichten door de jaren heen’ gestart. In deze reeks blikken we met verschillende mensen terug op herinneringen, inzichten en ervaringen met VDH Bestuurszaken van toen en nu. De tweede in de reeks is Martin van Pernis, beroepscommissaris en bestuurder. We stelden hem drie vragen:
De Koning Willem I Stichting is al sinds de oprichting klant van VDH Bestuurszaken. Waar heeft het bestuurskantoor vooral waarde voor jullie toegevoegd? En hoe hielp het jou in je rol als bestuurslid?
“De Koning Willem I Stichting reikt Dé Oscar voor het Nederlands bedrijfsleven uit. Het selectieproces van de beste ondernemingen in ons land, gebaseerd op bekende criteria, is een complex geheel. Het bestuurskantoor speelt een cruciale rol in het mogelijk maken van besluitvorming voor het bestuur. Zij orkestreert het complexe geheel aan processen en informatie. Om te beginnen moeten bedrijven gemotiveerd worden om zich kandidaat te stellen. Een bestuur bestaande uit vertegenwoordigers van verschillende geledingen van het bedrijfsleven, de overheid en NGO's moet meekijken en beslissen in het proces. Daarnaast moet er een jury worden gefaciliteerd. De uitgebreide analyses van de deelnemende bedrijven moeten met grote zorgvuldigheid worden opgesteld. Naast het juryproces zijn jullie ook verantwoordelijk voor de organisatie van regionale bekendmakingen en de aankondiging van de finalisten. En uiteindelijk volgt de landelijke prijsuitreiking en vinden er werkbezoeken plaats van erevoorzitter Hare Majesteit Koningin Máxima en voorzitter Klaas Knot. Kortom, een complexe opgave, waarin zorgvuldigheid extreem belangrijk is. Ik heb 10 jaren daarvan meegemaakt en mocht de rol van bestuurslid en vakjuryvoorzitter met veel genoegen vervullen”.
Naast bestuurslid was jij tevens voorzitter van de Vakjury. Namens de Vakjury ben je aanwezig geweest bij het volledige juryproces. Kan je iets vertellen over het besluitvormingsproces? Hoe krijg je als voorzitter een unaniem besluit?
“De vakjury bestond aanvankelijk uit vertegenwoordigers vanuit vier regio’s en een aantal bestuursleden. Zij beoordeelden de bedrijven op grond van de aanmeldingen, aangevuld met input van de regionale vertegenwoordigers die de bedrijven bezocht hadden. Op mijn initiatief en in samenwerking met het bestuurskantoor hebben we in de loop der jaren het juryproces geoptimaliseerd. De vakjury is aangevuld met specialisten vanuit het bedrijfsleven, de wetenschap en de kennisinstellingen. Daarnaast werden de bestuurders van de deelnemende ondernemingen gevraagd hun bedrijf aan de vakjury te presenteren. Deze toevoegingen hebben het beoordelingsproces enorm versterkt en een veel genuanceerder beeld gecreëerd. Het bracht de ziel en cultuur van de bedrijven naar voren.
Na de pitches van de deelnemende bedrijven verzamelde de vakjury zich om alle deelnemers te bespreken en te komen tot de keuze van de finalisten. Niet eenvoudig, immers de bedrijven zijn in volstrekt verschillende sectoren werkzaam en gaan van productiebedrijven tot dienstverleners. Desondanks slaagden we er altijd in om tot unanieme besluiten te komen door een soort 'afpelproces' te doorlopen. Door steeds een laagje af te pellen, kwamen we uiteindelijk tot de kern. Bij elke fase in dit proces luisterden we naar argumenten vanuit verschillende invalshoeken. We gaven iedereen de gelegenheid om iets in te brengen. Het was fascinerend om te ervaren hoe dit 'afpelproces' ons in staat stelde om de ziel van elk bedrijf naar boven te halen en daarmee de bedrijfscultuur toe te voegen aan onze beoordelingen. Uiteindelijk bracht ik de geselecteerde finalisten naar het voltallige bestuur. Na mijn toelichting over de kandidaten werd daar de winnaar bepaald.
Naast bestuurslid van De Koning Willem I Stichting heb jij tal van andere bestuurlijke nevenfuncties bekleed. Welke ‘lessons learned’ zou je met andere bestuurders willen delen?
Tijdens mijn carrière bij Siemens, die ik afsloot als CEO, vervulde ik een reeks van andere activiteiten. Naast een serie commissariaten in technische en niet-technische bedrijven, was ik toezichthouder in diverse sectoren en mocht ik een bedrijf naar de beurs brengen. Hoewel er een verschil zit tussen besturen en toezichthouden zijn ze beide betrokken bij het beslissen en borgen van een goede werking van de organisatie. Het identificeren van talent en enthousiasme is daarbij essentieel. Dat betekent ook dat je mensen de gelegenheid moet geven om iets in te brengen. Luisteren is altijd belangrijk geweest dan praten.
Ten slotte zou ik elke bestuurder en/of toezichthouder adviseren om je horizon te verbreden met kennis uit andere sectoren, maar ook van volstrekt andere organisatie vormen. Het heeft mijn carrière niet alleen verrijkt, maar mij persoonlijk ook gemaakt tot iemand die wel snel beslist, maar niet snel oordeelt. Het bedrijfsleven en de samenleving zijn complex. Snelle conclusies of oordelen worden vaak gegeven op basis van onvoldoende kennis en inside informatie. Dus of je bestuurder of toezichthouder bent, probeer altijd eerst en veel te luisteren en pas daarna tot besluitvorming te komen. Niet ten koste van de snelheid, maar wel ten faveure van zorgvuldigheid. Ik heb nog altijd één commissariaat, maar mag terugzien op een geweldige werkzame periode.
VDH Bestuurszaken door de jaren heen
Het zijn van bestuurder op vrijwillige basis voegt veel waarde toe aan onze maatschappij. Daar komt het nodige bij kijken en dat laten we graag zien door verschillende experts en ervaringsdeskundige aan het woord te laten. Verspreid over het jaar komen er tien personen aan het woord die hun inzichten met ons delen. Al eerder verschenen:
Meer informatie
VDH Bestuurszaken is een bestuurskantoor voor Stichtingen, Vermogensfondsen en Verenigingen en biedt flexibele, persoonlijke en professionele bestuur ondersteuning en services. Het is onze missie om besturen in optima forma te laten doen wat zij moeten doen: besturen.